In oorlog zijn bondgenoten erg belangrijk, samen sta je immers sterker dan alleen. Vanaf 1573 was Willem van Oranje al op zoek naar een betrouwbare medestander. Zijn voorkeur ging uit naar protestanten omdat Oranje voornamelijk vocht tegen katholieken en dat deden de protestanten in andere landen ook.
Engeland werd geregeerd door de protestantse koningin Elizabeth 1. Deze koningin wilde zich echter niet mengen in een oorlog tegen Spanje. Zeven jaren later, in 1580, werd opnieuw een poging ondernomen om een bondgenootschap aan te gaan. Deze keer werd de Franse hertog van Anjou benaderd.
Deze hertog was een broer van de Franse koning. Hij besloot om de protestantse opstandelingen in Nederland te ondersteunen met een leger van maar liefst 10.000 man. De noordelijke provincies van Nederland moesten echter van hertog Anjou voorgoed breken met het katholieke Spaanse gezag.
Anjou bracht een bezoek aan Nederland en kwam op 10 februari 1582 aan in de havenstad Vlissingen. Op 19 februari werd hij uitgeroepen tot hertog van Brabant.
Hertog Anjou was echter niet populair onder de Nederlandse bevolking. De Nederlandse bevolking vertrouwde hem niet en was bang dat hij zich tegen hen zou keren. Anjou was namelijk een man die graag veel macht genoot. Al spoedig ontstond er frictie tussen de Fransen en de Nederlanders.