In de tachtigjarige oorlogen speelde het geloof een belangrijke rol. De twee hoofdstromen waren het katholieke geloof en het protestantse geloof. Het calvinisme kwam halverwege de 16de eeuw steeds meer in opkomst.
Het calvinisme is een protestants christelijke stroming welke zijn inspiratie vond in de leer van de hervormer Johannes Calvijn. Deze hervormer leefde van 1509 tot 1564 en had duidelijke kanttekeningen bij het dictatoriale katholieke bewind van de Spanjaarden.
De aanhangers van Calvijn werden ook wel calvinisten of protestanten genoemd en deze werden vervolgd door de katholieke machthebbers. De protestanten besloten openlijk hun ongenoegen te uiten over hun onderdrukker en deden dat in 1566 in de vorm van een beeldenstorm.
Tijdens deze beeldenstorm vernielden ze katholieke kerken en de beelden en afbeeldingen die daarin stonden. Op deze wijze lieten ze zien dat ze tegen de katholieke verrijking waren en dat ze afbeeldingen van Christus en andere heiligen niet accepteerden in een kerk.
Protestanten zijn namelijk van mening dat van Christus, Maria en andere heiligen geen beelden gemaakt mogen worden. In datzelfde jaar werd door de protestantse synode besloten om openlijk gewapend verzet te hanteren tegen de onderdrukking van de katholieke Spanjaarden. Langzamerhand kwamen in de Nederlanden steeds vaker confrontaties voor tussen de twee verschillende geloofsgroepen.
Deze confrontaties wilde de Spaanse koning Filips II de kop in drukken door het sturen van de hertog van Alva. Deze hertog verdedigde de belangen van het rooms-katholieke rijk met dusdanig harde hand dat men hem de “ijzeren hertog” noemde.
Hij deed bij zijn aankomst in 1567 in Zuid Nederland naar voren komen dat hij wilde spreken met de edelen die de protestantse opstandelingen leiden en nodigde deze uit voor een gesprek. Er kwam echter maar één edele opdagen en hij werd meteen gevangengenomen door de troepen van Alva en later werd hij onthoofd.
De protestanten in Nederland wisten toen meteen waar ze aan toe waren en dat Alva hen met harde hand zou gaan bestrijden. Listen en huichelarij behoorden tot de methoden van Alva en zijn troepen. Alva voerde de Raad van Beroerten in waarmee opstandelingen hard konden worden aangepakt.
De straffen die protestanten kregen voor de uitoefening van hun geloof waren niet gering. De brandstapel en martelingen behoorden tot de bestrijdingsmethoden van deze “ijzeren hertog”. Ook voerde hij de tiende penning als extra belasting in. Hiermee werd de las op het bezette Nederlandse volk vergroot.