Eerste Chinees Japanse Oorlog was de naam van een oorlog die werd gevoerd tussen China en Japan. De oorlog begon in 1894 na een conflict over Korea. Korea was voor 1894 een tribuutstaat van China en had zowel banden met Japan als China. Japan wilde echter haar invloed vergroten ten koste van China. Korea vond de houding van Japan niet correct en begon daardoor op politiek gebied meer naar China te buigen.
Het conservatieve Korea kon daarnaast niet goed overweg met de moderne koers die Japan voer met betrekking tot de techniek en politiek. Korea vond veel meer aansluiting bij het traditionele China volgens de traditionele conservatieve Daiinkun-partij. De Daiinkun-partij was aan de macht in Korea en de koers van het land leek daarmee bepaald.
Korea in conflict
Binnen Korea dacht echter niet iedereen dat Korea meer met China moest gaan werken. Er waren ook liberale stromingen die veel meer voor de koers van Japan voelden. Deze stromingen kwamen samen in een liberale hervormingsgezinde partij. Deze partij werd gesteund door de koningin hoewel de partij niet aan de macht was. De Daiinkun-partij partij zag in de liberale stromingen een bedreiging en wilde deze tegen gaan. Om dit te bewerkstelligen probeerde de Daiinkun-partij een aantal soldaten te bewegen tot muiterij. Deze muiterij brak in 1892 uit in Seoel.
De muiterij had grote gevolgen. Een aantal leidinggevenden van de hervormingsgezinde partij werden opgepakt en vermoord. Een regeringsgebouw van Japan werd daarnaast ook in brand gestoken. Dit zette kwaad bloed bij de Japanners. Japan stuurde daarop een aantal troepen naar Korea. China was echter bang dat Japan Korea zou willen bezetten en stuurde een aantal troepen om de vrede te bewaken.
Na een aantal kleine gevechten waarbij ook de Chinese militairen en Japanse militairen betrokken raakten werd er een verdrag getekend. Dit gebeurde in 1892 toen het verdrag van Chemulpo door de partijen werd ondertekend. De hervormingsgezinde partij in Korea veranderde haar houding ten opzichte van China en keerde zich af van Japan.
Onrust in Korea
Een tijd later waren er opnieuw tegenstrijdige groeperingen in China actief. De pro-Japanse Dokuritsu-to en de pro-Chinees Daijito bestreden elkaar in eerste instantie op politieke wijze. De Dokuritsu-to probeerden in 1884 een staatsgreep uit te voeren maar kreeg hierbij geen hulp van Japan. Wegens het uitblijven van hulp mislukte de staatsgreep en werd een tijd later het verdrag van Tientsin getekend.
In dit verdrag werd onder andere vastgelegd dat zowel China als Japan geen militairen meer in Korea mochten plaatsen. Japan en China mochten alleen troepen sturen wanneer ze elkaar van te voren op de hoogte hadden gebracht.
Tonghak-rebellie
De rust in Korea was maar van korte duur. De Tonghak, die zich de partij van de Oosterse Wijsheid noemde, was een sekte waarin verschillende Oosterse religies waren samengevoegd. De Tonghak wilde haar invloed vergroten en was buitengewoon onverdraaglijk tegen alle Westerse invloeden in Korea. In eerste instantie voerde de Tonghak betogingen. De betogingen liepen echter uit de hand en zodoende ontstonden gevechten tussen voor en tegenstanders van de Tonghak. De gevechten monden uit in een burgeroorlog.
De situatie in Korea was instabiel. De Koreaanse overheid kon met haar eigen troepen geen orde houden en deed een beroep op China. Volgens het verdrag van Tientsin moest China eerst Japan op de hoogte brengen voordat ze troepen zou sturen. In de communicatie ging echter wat mis.
Japan vernam op 2 juli 1894 dat de Chinezen zouden worden ingezet. Ze hoorden dit echter niet van China die het nieuws op 7 juli 1894 aan Japan zouden overbrengen. Japan besloot daarom ook om troepen te sturen om de balans van de macht tussen Japan en China in evenwicht te houden. Een grote oorlog stond op het punt van uitbreken.
De oorlog breekt uit
De eerste oorlog tussen China en Japan ontstond toen de Tonghak rebellen waren verslagen en de rust weer in Korea moest terugkeren. Echter waren zowel China als Japan van mening dat ze hun troepen moesten behouden in Korea.
Op 25 juli 1894 kwam het tot een conflict tussen een aantal Japanse oorlogsschepen en een Chinees transportschip dat onder Britse vlag voer. Het Chinese schip vervoerde 1.500 Chinese soldaten. De Japanse schepen lieten het Chinese schip zinken en wilden slechts de kapitein en zijn directe bemanning redden. De aanwezige Chinese troepen werden door hen niet gered.
Op 1 augustus 1894 verklaarde Japan officieel de oorlog aan China. Daarop stuurde China 20.000 Chinese soldaten naar Korea. Daarnaast werd de Chinese Peiyang-vloot gestuurd om de wateren te beheersen.
Japan verslaat het Chinese leger
De Japanners vochten tegen het Chinese leger bij de plaats Pyongyang. Deze plaats viel na 24 uur in de handen van Japan op 16 september. De volgende dag werden 5 Chinese slagschepen verwoest door de Japanse marine op de Gele Zee. Deze slag zorgde voor een stevige positie van de Japanse vloot ten opzichte van de Chinese Peiyang-vloot.
De Japanners boekten grote terreinwinst in Korea. Binnen een paar maanden veroverden ze heel Korea en was het Chinese leger in Korea zo goed als verslagen. Het Eerste Leger van Yamagata wilde na een aantal veroveringen zelfs de stad Peking veroveren. Dit werd echter niet gedaan omdat hierdoor het Westen eventueel politieke sancties tegen Japan zou kunnen ondernemen.
Het einde van de Eerste Chinees Japanse oorlog
Op 20 maart 1895 begonnen in Shimonoseki de onderhandelingen over een vrede tussen China in Japan. Na een aantal onderhandelingen werd op 7 april 1895 het Verdrag van Shimonoseki getekend door de partijen. In dit verdrag erkende China de volledige onafhankelijkheid van Korea.
China moest aan Japan enorm veel zilver betalen als schadevergoeding. Daarnaast zou China Taiwan, de Pescadores en het zuidelijk gedeelte van de provincie Fiengtien aan Japan geven. Voor China was het einde van de Eerste Chinees-Japanse oorlog een enorm nederlaag.