Hoewel de democratische Amerikaanse regering en de dictatuur van de Sovjet-Unie niet openlijk met elkaar op de vuist gingen steunde ze wel de vijanden van elkaar in gewapende conflicten die in andere landen plaats vonden.
Toen China in 1949 communistisch werd zorgde dat voor een schok bij de westerse machten. China is in oppervlakte en qua inwoners niet gering. Zo’n land zou in combinatie met de Sovjet-Unie voor een zeer grote dreiging kunnen zorgen in de rest van de wereld. De Sovjet-Unie had er een belangrijke bondgenoot bij en deze kon van pas komen bij het conflict dat zich in Korea begon af te tekenen.
Korea was in twee gedeeltes opgedeeld. In noord en zuid Korea. Het noorden was communistisch georiënteerd en was op de hand van de Sovjet-Unie en het zuiden was op de hand van Amerika. Twee grootmachten hadden dus beide een bondgenoot in Korea en deze begonnen nu tegenover elkaar te staan.
Het door de Sovjet-Unie gesteunde Noord-Korea viel in 1950 Zuid-Korea aan. De Amerikaanse president Truman vond dat de Amerikaanse regering nu van zich moest laten horen en besloot militair in te grijpen om een verspreiding van het communisme en een vernietiging van Zuid-Korea tegen te gaan.
Het militaire succes van de Amerikanen was erg groot. Zo groot zelfs dat de Amerikanen het Koreaanse leger niet alleen tot de grens met Zuid-Korea terugdrongen, maar daar zelfs aan voorbij gingen. Uiteindelijk hadden ze de Koreaanse troepen teruggedrongen tot aan de Chinese grens.
China zag dat hun bondgenoot werd ingemaakt en besloot er wat aan te doen. Hun optreden was niet bepaald gering. De Chinese grootmacht besloot een enorme troepenmacht naar Korea te sturen om hun Noord-Koreaanse bondgenoot te helpen. Deze troepenmacht zorgde ervoor dat de Amerikanen steeds meer gebied verloren.
Rond 1951 was het Amerikaanse leger teruggedrongen tot de oude grens van noord en zuid Korea. Beide landen waren weer even groot en de democratische westerse macht had zich gemeten met de communistische macht uit het oosten.
Op een gegeven moment was een patstelling ontstaan en werd er door beide partijen niet echt meer gevochten of aangevallen. Dit gebeurde in het jaar 1953. In dat zelfde jaar zou president Truman aftreden.
Voor hem in de plaats kwam president Dwight Eisenhower. Deze man was geen onbekende op militair terrein hij had namelijk de geallieerde legermacht geleid als hoogste militaire bevelhebber ten tijde van de tweede wereldoorlog. Toentertijd moest hij regelmatig met zijn communistische bondgenoten om de tafel zitten om oplossingen te bedenken voor het Europese conflict.
Nu waren er ook conflicten en bleek zijn voormalige bondgenoot, Stalin, de vijand te zijn. Eisenhower wilde een einde maken aan het vijandschap tussen oost en west. Één van de eerste stappen die hij hierin zette was het ondertekenen van een verdrag met Noord-Korea in 1953. Met dit verdrag kwam er formeel een einde aan de Korea-oorlog.
Stalin de leider van de Sovjet-Unie, waarmee Eisenhower tijdens de tweede wereldoorlog regelmatig had gesproken, stierf in 1953. Een communistische tiran was gestorven en er waren nieuwe kansen op vrede tussen het westen en het oosten. Kansen die Eisenhower maar wat graag wou grijpen.