Tiger tank

PzKpfw VI Tiger Tank

Inleiding
Het woord “Tiger Tank” boezemde zowel aan het Oostelijk als het Westelijk front angst in de harten van de geallieerde soldaten. Aan het einde van de oorlog had elke frontsoldaat wel eens te maken gehad met deze indrukwekkende tank. Het is verwonderlijk dat deze tank zo’n reputatie kon verdienen. De problemen beginnen reeds bij de productie.

Een Tiger tank kost tweemaal zoveel dan de gemiddelde Panther-tank. Daarnaast zijn er nog dubbel zoveel manuren en materiaal voor nodig. Ook zijn gewicht vormde een probleem. Omdat de Tiger tank nog eens 10 ton zwaarder was dan zijn broer: de Panther. Dit leverde problemen op bij het oversteken van bruggen omdat de meesten zo’n zware tank niet konden dragen. En ook bij het transporteren waren er vaak twee tot drie reparatiewagens nodig waren voor één tank.

Dit zware gewicht was ook moeilijker draagbaar door zijn motor welke dezelfde was als de Panther. Alleen had deze dus 10 ton minder gewicht om te vervoeren. Als zo’n tank dan gerepareerd moest worden, moest meestal de toren gedemonteerd worden voordat men bij de onderdelen kon komen.

Toch genoot deze tank zo’n gevreesde reputatie. Dat kwam voornamelijk door zijn superieure bepantsering en zijn ongeëvenaarde vuurkracht. Hij was namelijk voorzien van het beruchte 88mm kanon.

Het ontstaan van de Tiger Tank

Het verhaal van de Tiger begint in 1937. De Pz III en IV kwamen net in dienst maar de Duitsers moesten naar de toekomst kijken. Het eerste ontwerp zou dus voornamelijk dienst moeten doen als infanteriesteun. Het werd uitgerust met het 75-mm kanon. Uiteindelijk waren in 1941 enkele prototypes gereed. Deze werden alleen geannuleerd omdat de Duitsers aan het Russische front de bekende T-34 tanks tegenkwamen.

De prototypes waren verouderd. Er kwam een nieuwe bestelling binnen voor een tank. Deze keer met een 88mm Flak 36 kanon. De Fuhrer was voornamelijk geïnteresseerd in dit kanon. Deze werd al in Frankrijk ingezet in de divisie van Erwin Rommel. Zijn dienstbaarheid als anti-tankkanon was dus bewezen.

Tijdens een tegenaanval te Arras werden de Franse tankeenheden voornamelijk tegengehouden door de enorme vuurkracht van dit kanon. Henschel en Porsche gingen beiden opnieuw aan het werk voor nieuwe prototypes.

Op de testvoorstelling te Rastenberg bleek Henschel’s tank superieur aan die van Porsche. Zij kregen daarom het contract voor de PzKpfw VI Ausf H. Zo werd de tiger-tank geboren. Het was de eerste tank die een officiële naam kreeg.

De bestelling was oorspronkelijk voor een tank van 45-ton. Deze bleek uit te lopen tot een gewicht van 57 ton. Om dit voort te bewegen werd oorspronkelijk een Maybach HL 210 P45 V-12 benzinemotor bedacht. Maar, zoals ook met de Panther was deze snel te zwak bevonden. Dus werd hij vervangen door de HL 230 P45 die 700hp produceerde.

Net zoals bij de Panther-tank was deze ook nog te zwak voor de Tiger-tank. Het was niet alleen deze last die de motor dagelijks onder stevige druk plaatste. Daarbij kwam nog eens het feit dat de routinecontrole vaak overgeslagen werd door de grote nood van de Tigers aan het front. Daardoor kwam het dat de motor vaak stuk ging. En zodoende moest de motor vaak vervangen worden.

De bepantsering van de Tiger Tank

Een van de twee zaken waardoor de Tiger I zo’n geducht wapen op het slagveld bleek, was ongetwijfeld zijn bepantsering. Hierdoor kon hij de vuurkracht van de geallieerde tanks makkelijk weerstaan. Dit kwam door twee zaken. Aan de ene kant werden de bouten tot een minimum beperkt. En waar ze dan toch voorkwamen werden ze zo sterk mogelijk aangetrokken.

En dan was er natuurlijk ook de bepantsering. Deze ging van 100mm op de koepel en aan het kanon (voorkant) tot 80 op de flanken. Enkel de dunste kant was onderaan de tank en de kop van de koepel, waar de bepantsering kon doorboord worden. Hierdoor moest de T34/76 tot op 300 meter naderen om de toren te doorboren. De Sherman’s 75mm kon nauwelijks iets uitrichten bij de Tiger-tank. Pas toen de geallieerde luchtmacht in het spel kwam werden de Tigers makkelijker uitgeschakeld.

Het kanon van de Tiger Tank

Het 88mm kanon was een tweede zaak waarvoor de tank zo gevreesd was. De correcte benaming voor het kanon gebruikt was 8.8cm L/56 KwK 36. Dit kanon, oorspronkelijk bestemd als luchtgeschut, kwam o.a. door zijn succesvolle gebruik tegen tanks onder Rommel’s woestijncommando, onder de aandacht als anti-tank geschut.

Men kon 92 patronen meenemen (zowel Armor Piercing (AP) als Hight Explosive (HE)), en soms 108 or 120. De AP patronen konden een 90-mm dik pantser op 2,5 km afstand doorboren. Aangezien de bepantsering van de Sherman 50mm, en die van de Russische T-34 45mm dik was, kan men makkelijk inzien waarom dit zo’n geweldig kanon was.

Andere wapens van de Tiger Tank

Als andere wapens had een Tiger nog enkele MG 34 machinegeweren. Oorspronkelijk 2, later werd een 3-de op de koepel, naast de commandant bevestigd. Men had een MG 34 (co-axiaal) naast het kanon, bediend door de schutter. En men had er nog een rechts vooraan op de tank, bediend door de radio-operator. De gehele munitievoorraad voor deze machinegeweren waren 5.100 7.92mm patronen.

Andere eigenschappen van de tank

De Tiger had een bemanning bestaande uit 5 man. Dit was standaard in die periode van de oorlog.

  • Er was een commandant (in de koepel zittend).
  • Een bestuurder (achter 3inch dik glas).
  • Een munitie-lader.
  • Een radio-operator.
  • En een schutter.

Als laatste extraatje, kon de Tiger onderwater gaan! Hij kon 14-feet onderwater gaan. Alle luiken waren waterdicht gemaakt. Er was een opblaasbaar canvas rond de loop. Er moest alleen vooraf een snorkel op de motor gezet worden. Daardoor kon de bemanning lucht konden krijgen. De uitlaat ging rechtstreeks in het water.

Dit was voornamelijk bedoeld omdat het gewicht van de Tiger verhinderde dat zij over elke brug konden passeren. Dus moesten zij de rivier doorsteken, in plaats van oversteken. Er zijn maar een 1.300 Tigers in totaal in productie genomen. Toch, als geallieerde infanterie en tanks het woord Tiger-tank hoorden, ging er een siddering door hun lichaam. Het had een enorm effect op het moreel van de mannen. Daarom is het helemaal niet ongeoorloofd om deze tank bij te plaatsen in het rijtje van de Stuka en de Nebelwerfer.

Type: Zware tank.
Doeleinden: Divers o.a. anti-tank.
Ontwikkeld in: Duitsland. Door Henschel & Sohn AG
Geproduceerd in: 1942 tot 1944.
Bemanning: 5 personen.
Bewapening: 88 mm kanon en 3 machinegeweren 34.

Verwante types

Deze tank maakt onderdeel uit van een productie van verschillende Tiger tanks. Allen werden in WW2 door de Duitsers geproduceerd.

Afmetingen en gewicht

Lengte met kanon: 8.45 meter.
Lengte zonder kanon: 6.316 meter.
Kanonlengte: 2.116 meter.
Breedte: 3.4 – 3.7 meter.
Hoogte: 2.93 meter.
Brandstof: Benzine.
Vermogen: Het eerste model had 650 pk en het latere model had 700 pk.
Gewicht: Het eerste model woog 56 ton en het latere model woog 57 ton.
Snelheid verharde weg: 38 kilometer per uur.
Actieradius verharde weg: 140 kilometer.

Uiterlijk

Naast de bovenstaande kenmerken heeft ook ieder voertuig specifieke uiterlijke kenmerken. Hieronder worden per tankonderdeel specifieke uiterlijke eigenschappen benoemd.

Toren
De toren van de tank is zo goed als in het midden geplaatst. De voorkant van de koepel is zwaar bepantserd. De achterzijde van de koepel is van bovenaf gezien rond. Van de zijkant gezien loopt de koepel vrijwel recht omhoog aan de achterzijde. De commandotoren is, vanaf de voorkant gezien, op de rechterzijde van de koepel geplaatst.

Kanon
De loop van het kanon is vrij lang en regelmatig voorzien van ringen waarmee de overwinningen werden afgetekend. De loop loopt taps toe naar de koepel.

Tankromp
De romp van de tank is slechts voor een deel tussen de rupsbanden gebouwd. Een groot deel van de romp steekt uit. De voorkant van de romp loopt trapsgewijs naar de koepel. De achterzijde van de tank is plat.

Loopwerk
Dit militaire rupsvoertuig heeft 4 loopwielen en 4 geleider-rollen. Het bezit een aandrijfwiel aan de achterzijde. Het loopwerk wordt niet beschermd doormiddel van pantserplaat.

Deze tank werd door de Duitsers gebruikt ten tijde van de tweede wereldoorlog. Het pantser van deze tank was erg berucht onder de geallieerde troepen omdat de Sherman-tanks het pantser nauwelijks schade toebrachten. Veel Tiger- tanks werden vanuit de lucht vernietigd. Tegen vliegtuigen waren deze tanks bijna kansloos omdat ze erg traag waren en geen luchtafweer bezaten.