De moraal van de Amerikaanse soldaten was gebroken de Amerikaanse bevolking toonde openlijk hun ongenoegen over de oorlog in Vietnam. In 1968 bleek slechts 26 procent van de Amerikaanse bevolking de oorlog met Vietnam nog te steunen.
Dit was aanzienlijk minder steun dan voorgaande jaren. De Amerikaanse regering kond de opinie van zijn burgers niet zomaar naast zich neer leggen en besloot de oorlog te beperken. Deze beperking is officieel van kracht gegaan op 25 maart 1968 en op 31 maart werd de daad bij het woord gevoegd toen president Johnson besloot het aantal bombardementen te beperken tot bepaalde gebieden in het zuiden van Vietnam.
In augustus 1968 gaf Johnson aan dat hij helemaal geen bombardementen zou laten uitvoeren op het noorden van Vietnam. Daarmee liet hij naar voren komen dat hij geen aanvalsoorlog meer wilde voeren en zich hoofdzakelijk wilde beperken tot het verdedigen van het zuiden van Vietnam.
Dat was tevens een van de laatste dingen die Johnson deed met betrekking tot de Vietnamoorlog. De verkiezingen kwamen er aan en Richard Nixon werd al 37ste president van Amerika gekozen. Wederom werd het estafettestokje van de Vietnamoorlog doorgegeven. Nu moest Nixon proberen de situatie in Vietnam tot een ‘goed’ einde te brengen.