Duitse burgeroorlog 1866

In 1815 traden de geallieerde landen met elkaar in gesprek over de nieuwe koers die Europa zou moeten varen na de overwinning op Napoleon. Er werd tijdens dit congres besloten om een Duitse bond op te richten. Deze Duitse bond zou een eenheid moeten scheppen tussen de 35 verschillende vorstenhuizen en deelstaatjes in Midden-Europa.

Wanneer landen en andere groepen worden samengevoegd ontstaat er vaak een conflict om het leiderschap. De ene groep wil graag de andere groep aan zich onderwerpen en zodoende de leidende rol op zich nemen. Duitsland wilde Oostenrijk annexeren en was daarvoor bereid om, indien nodig, geweld te hanteren.

Otto von Bismarck wilde namelijk één groot Duitsland creëren en wilde daarvoor Oostenrijk verslaan. Om een oorlog tegen Oostenrijk te beginnen moest hij er eerst voor zorgen dat Oostenrijk geïsoleerd zou worden en geen hulp zou kunnen ontvangen van andere landen. Hiervoor had Bismarck niet-aanval-verdragen gesloten met Rusland, Frankrijk en Italië. Deze landen zouden neutraal blijven wanneer Pruisen en Oostenrijk met elkaar in oorlog zouden komen.

Door het sluiten van deze verdragen had Pruisen dus vrij spel gekregen en kon het een oorlog tegen concurrent Oostenrijk starten. Denemarken was nog een buurland van Pruisen wat voor problemen zou kunnen zorgen, maar de Oostenrijkers mochten elkaar na de Duits-Deense-oorlog niet, dus een bedreiging van een Oostenrijk-Deens bondgenootschap zat er niet in.