De dood van de prins van Oranje op 10 juli 1584 was een emotionele klap voor de Nederlandse bevolking. Het verlies van een leider zorgt altijd voor verwarring en de Spaanse hertog van Parma maakte hier gebruik van. Drie maanden na de dood van Willem van Oranje trok het leger van de hertog van Parma ten aanval tegen de stad Brabant welke in handen van de protestantse verzetstrijders was.
De strijd barste in hevigheid los en op 27 augustus 1585 viel de stad Antwerpen in handen van de troepen van hertog van Parma na een beleg dat langer duurde dan een jaar. In dat zelfde jaar hadden de Farneses troepen ook Brussel en Mechelen overwonnen. Deze verliezen waren zwaar voor de protestanten in Nederland.
Velen van hen vluchten naar het noorden van Nederland om te ontkomen aan de bezetting van de Farneses troepen. Nederland was op zoek naar een nieuwe leider die de strijd tegen de Spaanse troepen in goede banen kon leiden. Een bondgenootschap met protestanten in andere landen behoorde tot de mogelijkheden die werden overwogen.