De woestijnen van Noord-Afrika waren een ideaal klimaat om te experimenteren met nieuwe gevechtstechnieken. Onder de dekking van stofwolken en luchtspiegelingen konden vele verassingsaanvallen worden uitgevoerd. Erwin Rommel, die de bevelhebber was van het Duitse Afrika-Korps, had vele malen bewezen dat creativiteit in strategieën en gevechten een belangrijk voordeel was.
Rommel zijn belangrijkste tegenstanders waren de Britten en de Amerikanen. Ook deze geallieerde landen begonnen nieuwe systemen toe te passen in de strijd om de Afrikaanse woestijn. Één van deze systemen was het systeem van de onzichtbare vijand. Hiervoor werd de Long Range Desert Group opgericht. Deze militaire commando-eenheid bleek zeer effectief te zijn.
Ontstaan van de Long Range Desert Group
De eenheid van de Long Range Desert Group werd door Ralp Bagnold opgericht in 1940 nadat hij toestemming had gekregen van de Britse generaal Wavell om een nieuwe militaire eenheid te vormen. Ralp A. Bagnold was een voormalige Britse ontdekkingsreiziger die voor de tweede wereldoorlog regelmatig expedities naar Noord-Afrika had geleid of er op andere wijze deel van had uitgemaakt.
Door zijn ervaringen tijdens deze ontdekkingsreizen wist hij welke voor en nadelen het woestijnklimaat had. Deze ervaringen maakten hem tot een geschikte commandant voor een woestijnleger. Hij had de mogelijkheid gekregen om zelf inhoud te geven aan de legermacht die hij voor de woestijn wilde gaan oprichten.
Met 150 Nieuw-Zeelandse vrijwilligers, waarvan er velen een boeren-achtergrond hadden, vormde hij de Long Range Patrol Group. Ralp Bagnold was van mening dat de boeren uit Nieuw-Zeeland ervaring hadden met het repareren en onderhouden van voertuigen in moeilijk woestijn terrein.
In de woestijnen van Noord-Afrika zouden deze boeren sneller en effectiever kunnen werken dan militairen die geen ervaring hadden met het klimaat en de andere omstandigheden die door de natuur waren geboden.
De Long Range Patrol Group bestond uit drie grote patrouilles, namelijk de R-Patrol, de T-Patrol en de W-Patrol Elk van deze patrouilles was voorzien van 40 man. Deze manschappen waren in 6 weken getraind tot soldaat. Na deze 6 weken verklaarde generaal Wavell dat de troepen gereed waren om in de strijd te worden ingezet.
De vliegtuigen die nodig waren om de manschappen te vervoeren werden door Ralp Bagnold aangekocht en geleend in Egypte. Later zou de Long Range Patrol Group de naam Long Range Desert Group krijgen. In de onderstaande alinea’s wordt de naam Long Range Desert Group gehanteerd omdat deze legereenheid bij de meeste mensen bekend is onder die naam.
Het doel de Long Range Desert Group
De Long Range Desert Group werd ingevoerd als verkenningseenheid. Tijdens de verkenningsoperaties en de geheime aanvallen werden ze soms bijgestaan door leden van de Britse Special Air Service die ook wel de SAS-eenheden werden genoemd. Gezamenlijk met deze eenheid volgden ze de Duitse en Italiaanse troepen en deelden ze deze troepen gevoelige klappen toe.
Tijdens hun verkenningsoperaties verzamelden de soldaten van de Long Range Desert Group informatie en zonden deze naar het Britse militaire hoofdkwartier. De officieren van het hoofdkwartier konden op basis van de informatie hun strijdplannen aanpassen. Vooral snelheid en camouflage waren voor de Long Range Desert Group erg belangrijk. De Long Range Desert Group was klaar voor de strijd in Afrika en kreeg een zeer uiteenlopende uitrusting ter beschikking.
Uitrusting van de Long Range Desert Group
Iedere eenheid van de Long Range Desert Group werd uitgerust met 10 Lewis machinegeweren en 4 Boyes anti-tank geweren. Ook kregen de leden van deze speciale eenheid luchtafweer-wapens mee. De soldaten droegen zelf ook nog een Thompson of een Bren, dit waren lichte machinegeweren die vanuit de heup konden worden afgevuurd. De communicatie tussen de eenheden en het militaire hoofdkwartier gebeurde met draadloze radio’s.
De voertuigen die de leden van de Long Range Desert Group gebruikten waren Chevrolet 30-cwt trucks. Deze trucks werden vaak door het Egyptische leger in gebruik genomen vanwege hun 4 wielaandrijving. De eerste Chevrolet 30-cwt’s werden ook van het Egyptische leger gekocht in Cairo. In totaal hadden de leden van de Long Range Desert Group 35 van deze vrachtwagens ter beschikking.
Iedere leidinggevende van de truck mocht zijn Chevrolet laten verbouwen zoals hij dat wilde. Er werden vaak mitrailleurs en extra platen voor bescherming op de trucks gemonteerd. De Chevrolet 30-cwt’s hadden een actieradius van 1.100 miles en konden voedsel en water dragen dat voldoende was voor drie weken. Helaas waren deze trucks niet goed bestand tegen het woestijnklimaat. Vooral het zand zorgde voor veel problemen bij de motoronderdelen.
Long Range Desert Group voor het eerst in gevecht
Op 13 september 1940 werd de eerste basis van de Long Range Desert Group opgezet. Dit gebeurde bij de Siwa Oase. Om bij deze oase te komen most de LRDG ongeveer 160 miles afleggen door de Egyptische Zand-Zeeën. Tijdens deze grote tocht konden de leden van de LRDG alvast wennen aan wat er van hen verwacht werd.
Terwijl de LRDG net bezig was met de inrichting van hun kamp bij de Siwa Oase vielen 250.000 Italianen onder leiding van Rodolfo Graziani de Britse soldaten bij de Egyptische grens aan. De Italianen boekten vooruitgang en er was versterking nodig voor de Britten. Er werd een beroep gedaan op de LRDG. Deze stuurde een patrouille onder leiding van kapitein Mitford naar de Italiaanse achterhoede.
Mitford en zijn manschappen vernietigden een brandstofopslagplaats van de Italianen en vernietigden tevens enkele vliegvelden die de Italianen voor nood konden gebruiken om voorraden of andere zaken te vervoeren. Hierdoor kregen de Italianen problemen met het bevoorraden van hun troepen.
De LRDG was echter net zo snel verdwenen als zij gekomen was en de Italianen werden door deze korte effectieve aanvallen onzeker. De Italiaanse bevelhebber Rodolfo Graziani besloot om zijn troepen halt te laten houden nadat hij melding had gekregen van de aanvallen die door de Britten waren uitgevoerd. De Britten konden ondertussen hergroeperen en zich klaar maken voor een volgende aanval van de Italianen.
Een andere patrouille die geleid werd door kapitein Clayton reed naar de stad Chad, deze stad maakte deel uit van een Franse kolonie in Noord-Afrika. De inwoners van Chad werden door de leden van de LRDG opgeroepen om zich te weren tegen de Duitsers.
Ze werden aangemoedigd om zich aan te sluiten bij de Vrije Fransen. Deze Vrije Fransen maakten deel uit van de geallieerde legermacht in Noord-Afrika. Door aanmoediging van de leden van de LRDG werden dus de manschappen van de Vrije Fransen versterkt. Nadat de patrouilles van kapitein Mitford en kapitein Clayton hun taak hadden gedaan kwamen ze weer bij elkaar op Klif Kebir.
Hier konden ze voorraden inslaan. Nadat ze dat hadden gedaan trokken ze zich terug naar de Egyptische hoofdstad Cairo. In totaal hadden de leden van de Long Range Desert Group 4000 miles afgelegd, de naam Long Range was dus niet voor niets.
Uitbreiding Long Range Desert Group
Door de successen van de LRDG werd voor de Britse legerleiding duidelijk dat een investering in deze legereenheid erg nuttig zou zijn. De Britse legerleiding besloot dat de LRDG kon worden verdubbeld. Nu werd ook de naam van de Long Range Patrol Group officieel veranderd in Long Range Desert Group.
De bevelhebber Ralp Bagnold werd gepromoveerd tot luitenant kolonel. Ondanks dat het moeilijk was om vrijwilligers te vinden voor dit zware en moeilijke werk was het Ralp Bagnold toch gelukt om een extra 150 man bij elkaar te halen voor de versterking van de LRDG.
Deze mensen waren van verschillende afkomst. Zowel Britten als Indiërs en leden van andere bevolkingsgroepen werden in de LRDG geplaatst. De hoofddoelen die werden aangevallen door de LRDG waren vijandelijke kampen die bij oases waren opgeslagen.
Snelle acties zorgden voor verwarring en hielden de vijandelijke troepen erg lang bezig. Deze vertragingen konden door de rest van het Britse leger worden benut.
LRDG neemt een belangrijke plaats in op het strijdtoneel
De LRDG ging terug naar de stad Chad en trok samen met de Vrije Fransen tegen de Italianen in de regio van de Murzuk Oase ten strijde. Ze slaagden er in om de stad Kufra in te nemen. Deze stad werd in 1941 het hoofdkwartier van de LRDG. Er waren maar weinig andere geallieerde legers die in de regio van Kufra kwamen.
Hierdoor was de verantwoordelijkheid voor dit gebied vrijwel geheel in handen van de leden van de LRDG. Het gebied was echter wel zo groot als Noord-Europa en moest dus worden verdedigd door slechts 300 man. In juli 1941 kreeg de LRDG een nieuwe commadant. Dit werd Guy Prendergast. Hij kon de LRDG nog ongeveer twee jaar leiden. Ralp Bagnold werd bevorderd tot kolonel en ging terug naar Cairo.
Het klimaat in de woestijn
De temperatuur in de woestijn bereikt regelmatig meer dan 50 graden Celsius. Ralp Bagnold schreef dat zijn mannen deze temperatuur helemaal geen probleem vonden. Ze waren gewend om in deze droge hitte te werken. Ook de zandstormen die in de woestijn voorkomen kunnen militair personeel enorm hinderen.
Het zand waait tussen de kleren, in de kieren van onderkomens, in de motoren van motorvoertuigen enzovoorts. De zandstormen konden dagen lang duren. Deze belemmerende stormen vonden de meeste leden van de LRDG het vervelends. Ze konden vaak hele periodes niet eten vanwege het zand.
Het einde van de LRDG
De LRDG was ontwikkeld voor gevechten in de woestijn. De vijand, die zowel uit Italianen als uit Duitsers bestond, begon steeds meer terrein te verliezen. Toen de Amerikanen de Britten gingen bijstaan in de strijd door operatie Toorts werd de LRDG steeds minder noodzakelijk.
In 1943 capituleerde het Afrika-Korps en het leger van de Italianen. Hiermee was de strijd in Noord-Afrika ten einde gekomen. De leden van de LRDG werden ingezet om de Balkan en andere gedeelten van Europa te bevrijden. Hiervoor kregen ze wel ander materiaal dan ze gewend waren.
De Long Range Desert Group liet zien dat kennis van de klimaatsomstandigheden erg belangrijk is voor gevechten. Ook liet deze legereenheid zien dat een leger niet groot hoeft te zijn om effectief te wezen.