Tijdens de Vietnam oorlog kwamen het oosten en het westen weer tegenover elkaar te staan. Communistische opstandelingen van de Vietminh hadden het Franse koloniale leger verslagen in 1954. De Amerikanen steunden de Fransen tijdens hun gevechten vooral op financieel en materieel terrein. Deze steun kon echter de nederlaag van de Franse legionairs niet voorkomen.
Noord-Vietnam was nu in handen van de communistische opstandelingen en Zuid-Vietnam was voor een deel in de handen van het ‘pro-westerse regime’. Het zuiden van Vietnam was echter niet stabiel en er moest voor worden gezorgd dat de Zuid-Vietnamese regering Amerika zou steunen en zich niet aan zou sluiten bij de communisten van het noorden.
Amerika probeerde vervolgens zijn invloed in de Zuid-Vietnamese politiek te vergroten en probeerde een stabiele regering in te voeren. Dit deed Amerika doormiddel van het bieden van een democratische volksstemming aan de Zuid-Vietnamese bevolking.
Deze volksstemming vond plaats in 1956 maar toen bleek dat de Zuid- Vietnamezen een andere regering wilde dan Amerika wenste, werd door Amerika besloten de volksstemming te staken. Dit werkte de opstandelingen in de hand en Amerika begon troepen te sturen om de situatie in Zuid-Vietnam onder controle te houden. Dit was het begin van de Vietnam-oorlog.
Stelselmatig werden steeds meer troepen door Amerika naar Vietnam gestuurd. Doormiddel van bombardementen en grote aantallen soldaten probeerde Amerika de communistische Vietcong op de knieën te dwingen. De Vietcong was echter zeer bedreven in guerrillatechnieken en wist de Amerikanen verscheidene malen pijnlijk te raken.
Tet-offensief
Het Tet-offensief was één van die gevoelige klappen die de Amerikanen te verwerken kregen. De troepen van de Vietcong vielen tijdens dit offensief, dat begon op 29 januari 1968, op grote schaal de Amerikaanse troepen en de dorpen van Zuid-Vietnam aan.
Amerika zag door deze en andere incidenten in dat de oorlog moeilijk te winnen was. Nixon, die in 1968 president van Amerika werd, besloot een andere aanpak toe te passen. Hij wilde de Amerikanen terug laten trekken en de Zuid-Vietnamezen zelf tegen de Vietcong laten vechten.
Daarvoor werden Zuid-Vietnamezen getraind door het Amerikaanse leger. Amerika zou echter wel luchtsteun blijven geven aan deze troepen. Stelselmatig werden de Amerikaanse troepen terug getrokken. Deze terugtocht begon op 8 juni en bleef voortduren tot 29 maart 1973 toen de laatste Amerikaanse troepen de boden van Vietnam verlieten.
Wapenstilstand
De wapenstilstand tussen beide partijen werd inmiddels op 27 januari 1973 getekend. Geen van beide partijen had echt gewonnen. Amerika had door deze oorlog laten zien dat het de verspreiding van het communisme niet duldde, maar moest daar een hoge prijs voor betalen zowel financieel als moreel.
Zuid-Vietnam koos na afloop van de Vietnam-oorlog in 1974 toch voor het communisme als regeringsvorm. Amerika kon dit niet meer tegen houden.