De val van de Berlijnse muur

De Berlijnse muur werd op 13 augustus 1961 gebouwd door de Oost-Duisters die onder het bewind stonden van de Sovjet-Unie. Deze muur werd de scheidingslijn tussen oost en west Berlijn. De muur werd bewaakt door Oost-Duitsers die met harde hand tegen mensen optraden die over de muur heen wilden klimmen of op andere wijze dit obstakel wilde doorkruisen.

Vele Oost-Duitsers probeerden namelijk te vluchten naar het vrije westen, omdat ze de communistische dictatuur een grote last vonden. Er waren ook Oost-Duitsers die vluchten voor meer welvaart of omdat ze gezocht werden door de regering. Dit alles moest door de muur en de bewaking voorkomen worden. West-Duitsland vond de afscheiding eigenlijk niet nodig.

De Berlijnse muur die oost en west Berlijn tijdens de koude oorlog had gescheiden, begon door de loop van de jaren letterlijk en figuurlijk scheuren en barsten te vertonen. Berlijn wilde weer één stad zijn na 28 jaar.

De Oost-Berlijners waren de communistische onderdrukking zat. Men wilde de kloof tussen het westen en oosten overbruggen. Een muur als fysieke scheidingslijn kon in deze nieuwe opstelling niet gehandhaafd worden. De haat tegen de muur werd door de Berlijnse inwoners steeds groter. Het was een blokkade tussen elkaar en de vrede.

Afbraak van de Berlijnse muur

De Berlijnse muur werd op 9 november 1989 afgebroken door de inwoners van Berlijn. Deze sloop was een groot feest voor de inwoners en gezamenlijk hakten ze de muur aan stukken. Er was een einde gekomen aan de noodgedwongen verdeling van Berlijn.

Deze hereniging was voor velen een bron van vreugde. Een jaar later werd heel Duitsland herenigd. De Koude Oorlog was een stap dichter bij de beëindiging gekomen.