Iwo Jima

De eilandvesting

De bloedigste dag in de geschiedenis van het US Marine Corps is tot op de dag van vandaag 19 februari 1945, de dag waarop twee divisies Mariniers het zwaar gefortificeerde eiland Iwo Jima bestormden.

Eind 1944 zagen de Amerikaanse bevelhebbers het als een onontkoombare noodzaak om een grootschalige aanval op Iwo Jima te ontketenen.

Daar waren drie redenen voor: Ten eerste werden de bombardementen met de zware B-29 Superfortress op Japan zelf uitgevoerd vanaf de Marianen. Deze raids waren uitzonderlijk kostbaar omdat zelfs de P-51 Mustangs de bommenwerpers niet konden escorteren op de 4500 km lange vlucht.

Iwo Jima ligt op slechts 1060 km vanaf Tokio en had twee vliegstrips, waarvan er een zonder aanpassingen door de B-29’s kon worden gebruikt. Een tweede reden was dat Iwo Jima een belangrijke schakel in de verdediging van de Marianen zou vormen, zelfs als de opmars naar Japan zelf daarna tot stilstand zou komen. Ten derde gold het eiland als Japans grondgebied en betekende de val ervan een zware morele klap voor de Japanners.

Helaas voor de Amerikanen zag het Japanse opperbevel de strategische en psychologische waarde van Iwo Jima net zo scherp, en was vastbesloten om de vijand tot elke prijs van het eiland te weren. Al in juni 1944 werd de hoog aangeschreven staande luitenant-generaal T. Kuribayashi belast met de verdediging van het eiland. Hem werd duidelijk te verstaan gegeven dat hij zijn land en zijn familie niet zou weerzien als Iwo Jima ooit zou vallen.

Dezelfde manier van aansporen werd gebruikt voor de 20.000 geharde veteranen die hem in de erop volgende maanden naar Iwo Jima volgden. Ze kregen in zeer ruime mate zware en middelzware artillerie, luchtdoelgeschut, zware en lichte mitrailleurs, mortieren en tanks aangeleverd, en hun moreel leed niet zichtbaar onder de dreiging van een invasie.

Japanse verdediging

Ze begonnen met het aanleggen van een bijna onneembare keten vestingwerken over de hele breedte van het eiland. Daarbij speelde de terreingesteldheid hen danig in de kaart; Iwo Jima is een vulkanisch eiland.

Het zachte puimsteen leent zich goed voor het graven van tunnels en grotten en is sterk genoeg om niet gestut te hoeven worden. In maar 1945 was 4,8 km aan tunnels aangelegd in de bergen van de noordelijke helft van het eiland.

Massale aanval

Die tunnels bleken al gauw onmisbaar, want om het garnizoen alvast uit te dunnen voerden de US Navy en de USAAF zware bombardementen uit. De US Navy opende in november 1944 de aanval met het vuur van zes destroyers en vier zware kruisers, dat met regelmatige tussenpozen tot februari herhaald werd.

Op 8 december voerden B-24’s en B-25’s de eerste van een serie aanvallen uit die 72 dagen zouden aanhouden en werden bekroond met een aanval op de ochtend van 19 februari door 120 vliegdek-bommenwerpers, die de strook land achter de beoogde landingszone met napalm bestookten. Vanaf dat moment namen de beschietingen de vorm aan van een “creeping barrage”. Een rollende muur van zwaar vuur van het hoofdgeschut van zeven slagschepen, vier zware kruisers en drie lichte kruisers.

Toen de ochtend van 19 februari aanbrak, lagen 450 vaartuigen van de Amerikaanse Vijfde Vloot voor de kust van Iwo Jima. Ertussendoor zwermden 482 landingsvaartuigen in alle soorten en maten met aan boord acht bataljons Mariniers.

Gedurende de eerste 20 minuten van de landing stuitten de mannen op lichte en volslagen gedesoriënteerde weerstand. Toen de Marines echter de zandwal achter het strand probeerden te nemen, barstte nauwkeurig vuur van verborgen mitrailleur-nesten en mortierbatterijen los en werd het strand een helse chaos. De kostbaarste operatie in de geschiedenis van het US Marine Corps was begonnen.

Gedurende enkele ogenblikken waren de Mariniers verland van schrik door het volslagen onverwachte spervuur. Daarna kwamen ze weer in actie. Blijven liggen betekende een zekere dood, en terugkeren was geen optie, want achter hen landde nog steeds de ene golf landingsboten na de andere.

De pelotons van de voorhoede konden niets anders dan oprukken. Ze wisten uit de chaos te ontkomen en liepen de voorste Japanse stellingen onder de voet. Binnen een uur hadden ze het bruggenhoofd tot 800 meter verbreed en waren zeven complete Mariniersbataljons met hun belangrijkste materieel geland. Één voorhoede had de rand van het belangrijkste vliegveld bereikt en een andere had de westkust van het eiland in zicht.

Tegen het einde van de dag waren er 30.000 Mariniers met wapens en voorraden op Iwo Jima aanwezig. De verliezen waren hoog, zoals verwacht, maar de hoofdelementen van de aanvalsmacht bereikten snel de andere kust van het eiland en isoleerden de berg Suribachi, die de zuidpunt markeerde. Het zuidelijke deel van het hoofdvliegveld was in Amerikaanse handen.

Uitputtingsslag

De erop volgende vier dagen werden besteed aan het veroveren van Mount Suribachi. Een van de beroemdste foto’s aller tijden, die van vier Amerikaanse Mariniers die de vlag op de top planten, werd hier op 23 februari genomen. Vanaf dat moment begon een bloedige uitputtingsslag tussen de aanvallers en het garnizoen in het noorden.

Tien dagen na de landing waren veel Amerikaanse eenheden gehalveerd. De hele 3rd Marine Division was aan wal gebracht, maar liep vooralsnog stuk op het netwerk van stellingen en gangen dat de Japanners hadden aangelegd.

De eindeloze rijen ondergrondse bunkers en grotten waren onderling met elkaar verbonden tot een onneembare doolhof. In een stuk van 915 meter breed en 200 meter diep troffen de Mariniers maar liefst 800 bunkers en stellingen aan vol Japanse soldaten, die naar later bleek elk hadden gezworen, ten minste tien Amerikanen te zullen doden.

Pas op de 18e dag bereikten de eerste Mariniers de noordoostelijke kust. Vanaf dat moment kon het resterende gebied in geïsoleerde stukken worden opgedeeld, die systematisch werden uitgekamd. In de nacht van 25 op 26 maart deden de laatste verdedigers een kansloze uitval. De volgende morgen lagen de lijken van 300 dienaren van de keizer rond de ingang van de laatste bunker verspreid.

P-51 escorte

Tegen de tijd waren de eerste B-29’s al geland op het hoofdvliegveld van het eiland. Eind maart arriveerden squadrons P-51’s om vanaf Iwo Jima hun escorte-taak op zich te nemen. De verovering van Iwo Jima betekende een cruciale stap in de opmars naar Japan, maar de slag had de Mariniers 6821 manschappen gekost.

Driemaal dat aantal was gewond geraakt. Van het Japanse garnizoen van 23.000 man dat de aanval had opgevangen, werden er slechts 216 gevangen genomen, de meeste zwaar gewond.

Iwo Jima had een oppervlakte van nog geen 25 km2. Het had 72 dagen van luchtbombardementen, drie dagen van scheepsbeschietingen en 36 dagen van verbitterde infanteriegevechten gekost om het te veroveren.