Op 19 mei 1941, rapporteerde een verkenningsvliegtuig, dat de Bismarck en de Prinz Eugen in zee gestoken waren.
Onmiddellijk nadat dit bericht was ontvangen, kregen de twee Britse kruisers Norfolk en Suffolk bevel om zich naar de passage tussen IJsland en Groenland te begeven.
Het zicht, dat zeer slecht was, werd bovendien op de avond van den 23ste mei door hevige sneeuwstormen tot een mijl beperkt. Niettegenstaande de storm slaagden de Suffolk en de Norfolk er in de Bismarck op te sporen en gedurende de nacht te schaduwen.
Ondertussen hadden andere eenheden van de Royal Nay met grote spoed hun posities ingenomen om de vijand de pas of te snijden en tot de strijd te dwingen.
De slagschepen Hood en de Prince of Wales waren de eerste die op de middag van de 24ste mei met de Bismarck slaags raakten: De Hood, die al dadelijk in het begin werd getroffen, vloog in de lucht. De Prince of Wales liep lichte schade op.
De Bismarck werd getroffen waarna er brand aan boord werd waargenomen. Alle officieren en manschappen waren nu echter vast besloten om het verlies van de Hood, een der oudste slagschepen van de Engelse Marine, te wreken.
Terwijl de Suffolk, de Norfolk en de Prince of Wales de Bismarck achtervolgden, naderden andere eenheden van de Home Fleet uit Noordelijke richting en uit de richting van Gibraltar. Ondertussen rapporteerden verkenningsvliegtuigen van de Fleet Air Arm en van Coastal Command koers en snelheid van de Bismarck aan de Britse schepen.
Op 25 mei werd de Bismarck getroffen door vliegtuigen van de Fleet Air Arm, die van het vliegkampschip Victorious waren opgestegen. Hoewel de snelheid van de Bismarck hierdoor verminderde, zag zij, dank zij het slechte zicht, kans om het Britse eskader van zich of te schudden.
Torpedo aanval
Het was echter niet voor de namiddag van den 26ste mei, dat Coastal Command- en Swordfish-vliegtuigen van het vliegkampschip Ark Royal een torpedoaanval deden. Gedurende deze aanval werd de Bismarck door drie torpedo’s getroffen waardoor de stuurinrichting onklaar raakte.
Het schip draaide in een kringetje rond en scheen aan de genade van zijn tegenstanders te zijn overgeleverd. Gedurende de nacht volgde een torpedoaanval door Britse torpedojagers en op de 27ste mei tegen 3 uur ’s morgens werd het slagschip op 600km ten westen van Brest aangetroffen, na over een afstand van 2625km te zijn achtervolgd.
Het schip scheen geheel stil te liggen. Zijn geschut bleef vrij nauwkeurig en regelmatig doorvuren. Kort daarop vervolgde de Bismarck echter haar weg, doch werd bij het aanbreken van de dag opnieuw door Britse torpedojagers aangevallen.
De Norfolk, die de strijd sedert het begin had meegemaakt, nam ook hieraan deel. Eindelijk, op de 27ste mei om 11 uur ’s morgens, werd de Bismarck door zwaardere eenheden der Britse vloot, waaronder het slagschip Rodney en de kruiser Dorsetshire, tot zinken gebracht.