Type: Lichte tank.
Doeleinden: Divers Anti-tank en infanterieondersteuning.
Ontwikkeld in: Groot-Brittannië.
Geproduceerd in: 1942.
Bemanning: 3 personen.
Bewapening: 1x 57 mm kanon. Geen machinegeweren.
Verwante types
Dit type zijn een aantal varianten gemaakt. Zo is er een luchtdoelartillerie variant die tegen het einde van WW2 in gebruik werd genomen.
Afmetingen en gewicht
Lengte:-
Breedte:-
Hoogte:-
Brandstof:-
Vermogen: 340 pk.
Gewicht: 20 ton.
Overschrijdingsverm.:-
Waadvermogen:-
Snelheid verharde weg: 43 Kilometer per uur.
Actieradius verharde weg: –
Uiterlijk
Naast bovenstaande kenmerken heeft ook ieder voertuig specifieke uiterlijke kenmerken. Hieronder worden per tankonderdeel specifieke uiterlijke eigenschappen benoemd.
Toren
De geschutskoepel van dit voertuig is in het midden geplaatst en is vrij klein. De koepel loopt aan alle kanten schuin voor een beter bescherming tegen granaten en andere vijandelijke projectielen. Aan de bovenkant is de koepel vlak.
Op de achterkant van het koepeldak is een luik geplaatst welke trapeze-vormig is. De achterkant van de koepel is vaak voorzien van een gereedschapskist.
Kanon
De loop van het 57 mm kanon is erg kort en steekt niet voor het voertuig uit. Deze korte loop is geheel glad en is bevestigd op een cilinder die op en neer kan bewegen. Hierdoor kan de loop van boven naar beneden worden gedraaid. Wanneer naar de zijkanten geschoten moet worden zal men de koepel moeten draaien.
Tankromp
Dit pantservoertuig loopt alleen aan de voorzijde schuin af. De achterzijde en de twee zijkanten zijn vlak. De romp van de tank steekt voor een deel uit. De romp was met een maximale pantserdikte van 32 mm erg dun en daardoor kwetsbaar.
Loopwerk
5 Loopwielen.
Deze tank werd in WW2 door de Britten gebruikt. De bepantsering was ongeveer 32 millimeter en op sommige plaatsen dunner. De tank moest het vooral hebben van de snelheid en wendbaarheid waarmee het zich voortbewoog. Er zijn in totaal ongeveer 5300 stuks van deze tank geproduceerd.