Chinezen trekken zich terug

De Chinese soldaten onder Chiang Kai-shek waren niet tegen het Japanse leger opgewassen en waren genoodzaakt om zich steeds verder terug te trekken. In 1938 verplaatste de nationalistische regering van China zich naar de Chinese provincie Sichuan. Ze vestigde zich in de plaats Tsjoengking.

Overal waar de Chinese soldaten zich terugtrokken werden dorpen bezet door Japanse militairen. De Japanners werden hierbij geholpen door Chinese collaborateurs. Ook binnen het Chinese leger waren er militairen en officieren die overliepen naar de vijand. De Chinese generaal Wang Ching-wei besloot ook over te lopen naar de kant van Japan.

Door de instabiliteit binnen de nationalistische regering heerste er corruptie en wanorde in de Chinese politiek en het Chinese leger. Hier profiteerden niet alleen de Japanners van maar ook de Chinese Communistische Partij (CCP) die steeds meer aanhangers kreeg onder de Chinese bevolking.

De troepen van de Chinese Communistische Partij stonden onder leiding van Mao Zedong. Vooral op het Chinese platteland hadden ze grote aanhang en voerden ze verschillende aanvallen uit op de Japanners. Mao Zedong was voorstander van een guerrillaoorlog waarbij de vijand werd bestookt en vervolgens zo snel mogelijk werd teruggetrokken.